Een debat over het Strategisch Plan Laadinfrastructuur heeftlaten zien dat de politieke partijen in Utrecht voor een groot gedeelte op eenlijn zitten. Nieuw in dit plan is dat er meer gecentreerde laadpleinen komen endat er in overleg gebruik wordt gemaakt van private laadpalen bij bijvoorbeeldbedrijven. Op dit moment worden laadpalen alleen vraaggestuurd geplaatst:iemand vraagt een laadpaal aan, en daar wordt (na een lange wachttijd) eenbeslissing over genomen. Straks wordt er naast vraaggestuurd ook datagestuurdgewerkt: met data over de groei van het aantal elektrische auto’s wordt ergekeken hoeveel laadpalen er nodig zijn.
De VVD heeft aangegeven dat naast nieuwe elektrische auto’ser nu ook een tweedehands markt ontstaat en dat het belangrijk is om daarrekening mee te houden. Een tweedehands elektrische auto heb je meteen en daarvoormoeten wel genoeg laadpalen beschikbaar zijn. De zorgpunten die de VVD heeft isallereerst dat het uitrollen van de laadinfrastructuur te lang duurt: hetaantal elektrische auto’s houdt geen rekening met vertraging, dus het isbelangrijk dat er snelheid in zit. Dat betekent ook dat de gemeente goed entijdig moet communiceren met de netwerkbeheerder en met aanbieders vanlaadpalen. Daarnaast is het voor commerciële voertuigen, zoals taxi’s enstadsdistributie belangrijk dat zij snel kunnen laden. De aanwezigheid vansnelladers in de stad (en niet alleen langs snelwegen) is voor hen belangrijk omde overstap naar elektrisch vervoer te maken. Dus ook daar wil de Utrechtse VVDaandacht voor.
Als de wethouder deze punten meeneemt, dan gaat het de goedekant uit: er komt meer ruimte voor elektrische auto’s. Consumenten enfabrikanten beslissen of ze deze stap willen maken. De gemeente faciliteert enzorgt ervoor dat er in ieder geval genoeg ruimte is voor laadpalen. Gebruikmaken van deze nieuwe technieken zorgt ervoor dat er minder CO2-uitstoot is.Kortom, op een realistische manier klimaatverandering tegen gaan zonder in teboeten op welvaart!