Gemeentelijke noodopvang kan en mag wat de VVD betreft nooit onvoorwaardelijk en onbeperkt zijn. De VVD heeft het college gevraagd afspraken te maken over registratie van vreemdelingen, de duur van de opvang en de wijze waarop vreemdelingen worden doorverwezen naar de verantwoordelijk diensten.
Gilissen: "De VVD onderschrijft de lijn zoals neergelegd in de brief aan de Tweede Kamer. Wij zijn blij dat het stadsbestuur bereid is om het gesprek met het kabinet aan te gaan voor een nieuw bestuursakkoord waarin het ruimte bieden aan de vreemdeling - in voorbereiding op terugkeer - centraal staat."
De VVD is geen voorstander van langdurige opvang van uitgeprocedeerde vreemdelingen. Hiervoor zijn drie belangrijke redenen. Allereerst leggen uitgeprocedeerde vreemdelingen die weigeren te vertrekken de uitspraak van de hoogste rechter naast zich neer. Zo negeren zij moedwillig de op democratische wijze tot stand gekomen regels in onze rechtsstaat. Dit leidt tot ongelijkheid met de groep die zich wel bij deze uitspraak neerlegt en vrijwillig meewerkt aan vertrek.
Ten tweede hebben uitgeprocedeerde vreemdelingen geen perspectief in Nederland, vanwege de rechterlijke uitspraak. De inzet van de overheid, gemeente en Rijk samen zou er dan op gericht moeten zijn op terugkeer naar het land van herkomst.
Ten derde heeft de uitgeprocedeerde vreemdeling een eigen verantwoordelijkheid om zelf terug te keren naar het land van herkomst. Een uitzichtloze opvang draagt daar wat de VVD betreft niet aan bij en ondermijnt het draagvlak voor het asiel- en vreemdelingenbeleid.
De VVD stemde dan ook tegen een motie waarin het landelijke akkoord werd afgewezen.