De woningmix ligt vast in de omgevingsvisie en de MER. Wij gaaner vanuit dat die woningmix ook wordt opgeleverd en dat de gemeente dat regeltvia de te sluiten anterieure overeenkomsten. Dit geldt ook over afspraken ophet gebied van kwaliteit en mobiliteit.
De afgelopen periode zijn de risico’s afgenomen omdat methet vast stellen van de omgevingsvisie en de MER duidelijk is dat de functievan het gebied definitief overgaat van laagwaardig bedrijventerrein naarhoogwaardige woonfunctie. Dit heeft duidelijk een effect gehad op de waarde vande grond en wij zijn niet verbaasd dat enkele eigenaren er voor gekozen hebbendie waardeontwikkeling te verzilveren. Dit zal vooral ook komen, omdat degrondwaarde veelal residueel wordt bepaald, oftewel er wordt eerst gekeken naarde potentiële opbrengsten en kosten en dat bepaalt de resterende grondwaarde.Ook de gemeente hanteert dit in haar grondprijzenbeleid.
Hierbij is het goed om te melden dat als de beleggers enontwikkelaars door marktontwikkelingen daarbij niet het verwachte resultaathalen dat dit ook hun risico is. Bij diverse ontwikkelingen die voor de crisiszijn gestart hebben we daarbij ook gezien dat ontwikkelaars en beleggers erfors bij ingeschoten zijn. Kijk bijvoorbeeld naar de berichtgeving van een paarjaar terug over Leidsche Rijn Centrum of de ontwikkeling van Zijdebalen. Wijwillen als Utrechtse VVD niet dat de gemeente dergelijke risico’s naar zichtoehaalt en accepteren daarbij dus dat eventueel hoog uitvallende winsten ookbij marktpartijen liggen.
Ons inziens is de belangrijkstespeculatie die van het college. Zij roepen in het coalitieakkoord en elders datze geen 6000 maar 10000 woningen in dit gebied wil vestigen. Dit heeft wederomeen waardeopdrijvend effect, terwijl geenzins duidelijk is hoe men dit gaatregelen, sterker nog de MER geeft expliciet aan dat dit binnen de huidigeinfrastructuur niet kan. Hierover hebben wij in de discussie over wonen al onsongenoegen kenbaar gemaakt.