1. Werkende Utrechters zijn
uitgesloten
“Waar kan ik mij inschrijven om mee te doen aan dit experiment?” is een
van de vragen die ik de afgelopen tijd kreeg. Het basisinkomen is immers een
inkomen dat iedereen ontvangt, ongeacht zijn levensomstandigheden. Een
experiment daarmee is dan voor iedere Utrechter toegankelijk en er zijn weinig
mensen die niet maandelijks extra geld willen krijgen.
Echter, dit experiment gaat over ‘gratis bijstand’ en is alleen bedoeld
voor 250 van de ongeveer 9500 bijstandsgerechtigden in Utrecht. Werkenden,
AOW-ers, studenten en mensen met een werkloosheidsuitkering zijn uitgesloten.
De VVD onderzoekt liever wat het verschil is tussen de werkende
Utrechters met kleine banen die uit de bijstand de armoedeval overwinnen en zelf
in hun inkomen voorzien en diegenen die maar niet uit de bijstand lijken te
komen.
2. Gratis bestaat niet
Afgezien van de zonsopkomst en misschien de liefde, is niets gratis.
Bijstandsuitkeringen worden betaald uit de schatkist, die op zijn beurt wordt
gevuld door de belastingbetalers. Ook ander geld dat de gemeente uitgeeft,
bijvoorbeeld aan experimenten en beleidsontwikkeling, is belastinggeld. Dan
moet de wethouder wel goed uit kunnen leggen aan die belastingbetaler waarom
het de kosten waard is….
3. En onvoorwaardelijk al helemaal
niet
Mensen willen erkend en serieus genomen worden. Allemaal. Door geen
voorwaarden te verbinden aan een bijstandsuitkering, worden bijstandsgerechtigden
niet aangesproken op hun vermogen tot zelfstandigheid of een maatschappelijke
bijdrage. Ik vind dat je hen daarmee aan de zijlijn zet en onvoldoende serieus
neemt. Daarmee schrijf je mensen af en doe je ze moreel tekort.
Onze rechtvaardige, sociale samenleving is gebaseerd op de wederkerigheid
tussen individuen. Voorwaardelijkheid is een essentieel onderdeel voor het draagvlak
en de solidariteit die nodig zijn om deze samenleving te kunnen voortzetten.
4. Huidige voorwaarden voor een
bijstandsuitkering zijn heel redelijk
De huidige voorwaarden voor een bijstandsuitkering stellen toch weinig
voor als je deze vergelijkt met de voorwaarden voor het krijgen van inkomen uit
een andere bron, bijvoorbeeld salaris of een studielening. Om een bijstandsuitkering
te krijgen moet men 18 jaar of ouder zijn, in Nederland wonen, niet zelf in het
levensonderhoud kunnen voorzien, geen recht hebben op een andere uitkering of
niet te behoren tot een uitgesloten groep van personen, zoals gedetineerden of
vreemdelingen zonder verblijfsvergunning. Ook moet men er alles aan doen om
weer in eigen levensonderhoud te voorzien (sollicitatieplicht), mag je niet
frauderen en bereid zijn om een tegenprestatie te leveren in de vorm van
maatschappelijk nuttig werk. In Utrecht is deze laatste voorwaarde overigens niet
van toepassing.
Mensen die werken vinden het meestal niet meer dan logisch dat aan een
aantal voorwaarden moet worden voldaan, als is ook dat lang niet altijd even makkelijk
of alleen maar leuk. Om er een paar te noemen: productief zijn voor een aantal
uren elke week, collegiaal zijn, elke werkdag op tijd komen, samenwerken, etc.
etc. En daar komt bij de plicht om zelfverdiend geld af te dragen, belasting
betalen dus. Dat is allemaal voor de meeste werkenden niet erg, maar moet wel
even in het perspectief van de bijstandsvoorwaarden worden meegenomen.
5. Bijstand als springplank in
plaats van als hangmat
‘Werken aan werk’ is een kernonderdeel van het coalitie-akkoord van VVD
met D66, SP en GroenLinks. De coalitie heeft zich onder andere ten doel gesteld
dat in Utrecht “iedereen, ook
bijstandsgerechtigden, participeert naar vermogen”.
Ik verwacht dat dit stadsbestuur uitgaat van activerende instrumenten met
als doel zelfredzaamheid. Het is nogal naïef van de D66-wethouder om te geloven
dat juist als mensen niets wordt teruggevraagd zij sneller initiatief nemen om
zelfstandiger te worden of bij te dragen. Daarover zijn voldoende effecten terug
te vinden in historische en huidige gegevens m.b.t. uitkeringen.
6. Landelijke wetgeving boven
lokaal
Gelukkig is in dit land afgesproken dat landelijke wetgeving boven lokale
wetgeving staat. Dat is misschien wel saai voor de lokale bestuurders die van
experimenten houden, maar het maakt de overheid wel betrouwbaar.
Ik vermoed dat de wethouder al in gesprek is met het ministerie om te
zoeken op welke manier zijn ideetjes wel inpasbaar kunnen worden. Ik roep zowel
de staatssecretaris als de realistische partijen, zoals de VVD, in de Tweede
Kamer op erop toe te zien dat de landelijke wet ook gewoon uitgevoerd en gehandhaafd
wordt in Utrecht. Zelfs als dat betekent dat de -mede door ons goedgekeurde-
beleidsregels Bijstand moeten worden aangepast.
7. Het lost geen enkel probleem op
(het creëert alleen nieuwe)
De nog niet gestelde hamvraag: welk probleem denkt de wethouder in
Utrecht eigenlijk op te lossen? Ik zie het niet. Het experiment kijkt
gemakzuchtig weg van bijv. het problematische gegeven dat bijna 5000 mensen in
Utrecht al meer dan drie jaar niet zelfstandig in hun inkomen voorzien.
Dit experiment creëert alleen maar nieuwe problemen. Oneerlijke
concurrentie bijvoorbeeld. Het is niet ondenkbaar dat bijstandsgerechtigden die
met hun ‘basisinkomen’ werk gaan doen in bijvoorbeeld de ouderenzorg, veel meer
geld overhouden na een maand vergelijkbare inzet dan de verzorgende die het
werk al jaren doet en ook al jaren netjes belasting betaalt.
Dat vindt de VVD stuitend oneerlijk.
Is dit experiment dan alleen maar een slecht idee? Ja.
Het enige lichtpuntje dat de VVD ziet is dat de wethouder kennelijk ook
zijn vraagtekens heeft bij de miljoenen kostende re-integratie-industrie die is
opgetuigd rondom de bijstand. Het door de VVD en de SP in de Tweede Kamer geïnitieerde
effectiviteitsonderzoek laat zien dat de huidige re-integratiemiddelen
nauwelijks effect hebben. Daar zou de VVD graag een goed wetenschappelijk
experiment op helpen ontwikkelen.